Toetsing
Aan het eind van de cursus wordt de student getoetst op de bovengenoemde kennis en vaardigheden;
- Aan het eind van de cursus wordt het praktische werk van de cursist beoordeeld middels een eindopdracht.
- Er is tevens een schriftelijke eindtoets met MC-vragen over de theoretische en praktische onderdelen van de cursus.
Leerdoelen
De student:
- maakt kennis met de algemene biologie van de honingbij, Apis mellifera
- maakt kennis met de levenscyclus van een bijenvolk, Apis mellifera, door het jaar heen
- maakt kennis met invloedrijke externe factoren in het biotoop: kansen en bedreigingen voor bijen (factoren als bijvoorbeeld klimaatverandering, dracht, nestgelegenheid en concurrentie met andere bestuivende insecten).
- leert veilig en zelfstandig bijenvolken te inspecteren en waarnemingen te relateren aan de context jaarcyclus en leefomgeving
- maakt kennis met wet- en regelgeving omtrent de honingbij als landbouwhuisdier en bijbehorende ethische vraagstukken
- wordt uitgenodigd en uitgedaagd in ethische vraagstukken (i.r.t. de bijenhouderij).
Vaardigheden
Aan het eind van de cursus heeft de student kennis van en vaardigheden met betrekking tot:
- de algemene biologie van de (honing)bij
- de jaarcyclus en ontwikkeling van een honingbijenvolk
- het inschatten van kansen en bedreigingen in de leefomgeving van de honingbij en deze verwoorden, rekening houdend met factoren als bijvoorbeeld klimaatverandering, dracht, nestgelegenheid en concurrentie met andere bestuivende insecten.
- het uitvoeren van praktische handelingen die nodig zijn voor een veilige en goede beoordeling van een bijenvolk
- het kunnen benoemen van de conditie van een bijenvolk i.r.t. de leefomgeving
Certificaat
Na deelname aan alle praktische lessen en bij een succesvolle afronding van de praktische- entheoretische toets, ontvangt de cursist een bij deze cursus passende oorkonde van “Biologie in hetWerkveld”.